IJmondpop is een initiatief dat sinds 2008 opgezet is door de Stichting Beeckestijnpop en de Stichting Kunst & Cultuur Beverwijk. Voorheen organiseerden deze stichtingen een eigen popprijs t.w. respectievelijk de Festivalprijs en Regionaal Kabaal. Ron Mellies (Beeckestijnpop) en Tobías Huveneers (Kunst & Cultuur Beverwijk) zagen het aantal aanmeldingen en de kwaliteit per jaar sterk fluctueren en besloten de handen ineen te slaan om een kwaliteitsimpuls te kunnen geven aan de popmuziek in de IJmond. En zo ontstond het idee om een regionale popwedstrijd te organiseren. Een wedstrijd voor bands uit de regio IJmond: Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Castricum. Omdat de eerste editie in 2008 meteen een succes was is besloten deze constructie te continueren onder de naam IJmondpop.
Alle berichten van Ben
Stadsdichter Beverwijk 2008 – Arjan Slotboom
foto door stadsfotograaf : Carla Ellens
AVONDROOD
Deze stad heeft niemand om mee te praten
niemand luistert naar hem
deze stad is zo teleurgesteld
zo verlamd
Deze stad revalideert al jaren
zijn ziel steeds verder weggezonken,
ingestopt met beton en idiote architectuur
Hoeveel pillen heeft deze stad nog nodig
een lichaam vol pijn
blessure vernederingen
de scherven en blauwe plekken stil gezwegen
Deze stad revalideert al jaren
zonder enig succes
Machteloos staart deze stad zwijgend in het zwart
de droom die soms nog rondgaat in lege nachten
fantoompijn van hoeveel moois je nog wilde bewaren
infaust, met onderhuidse ruis
Veel is hier niet nodig voor annotatie
een kruis dat neon roodverlicht boven de stad uitkomt
voor de moloch die offers brengt in een stad die brandt
De ogen van de wijkertoren staren vermoeid in de verte
zijn ziel weggezwommen in de diepe blauwe zee
Hoe niets meer restte
dan de omtrek van de leegte
foto door stadsfotograaf : Carla Ellens
Bestemming
Dichtbij de kade
een gordijn van ochtend mist
waarin schepen smelten
In het rusteloze licht
met de scheve gelaatshoek van de oceaan
vaart een schip dat nog glanst van de golven
geregeld een nieuwe haven aan
Als je er met gesloten ogen
de golfslag hoort bewegen
in een trage allee
Loom en ondoordringbaar
de onderstroom
om het liefst naar de andere wereld te gaan
De wereld praat zonder iets te zeggen
Een schip slapend in de mond van de haven
droeg de naam van een andere stad.
Het ver verlangen getekend
in zijn schroefwater
de rimpels achterlaten, in de pijp
zijn kont toegekeerd
naar een stad die zijn roes uit slaapt
Een misthoorn bromt
zijn afscheid in eindeloze aarzeling
de stad vaarwel.
foto door stadsfotograaf : Carla Ellens
Onder de wolken
Als ik uitwaai
is het niet dat ik veel denken wil
Als ik uitwaai
is het niet dat ik de tegels in mijn hoofd wil
Als ik uitwaai
is `t omdat ik los wil
Zien hoe het water glinstert boven de golven
De luciditeit
De helderheid
ik wil de wind in mijn hoofd
ik wil de wind in mijn hart
De wind leest mijn gedachten
weegt elk woord overdenkt de avonden
Maakt duinen van gedachten
en een zeebank van de geluiden van de stad
Al was hij moe van al die jaren
waar de wolken overheen waren gesneld
Ik wil de wind in mijn hoofd
ik wil de wind in mijn hart
De wind speelt ruisend met de golven
en plooit het eeuwig denken
de rimpels uitgestrekt over het strand
waarin het daglicht langzaam zinken zal.
Het strand de plek waar alles opnieuw begint
de voetstappen achter en de sporen voor me
mijn blik naar morgen
en het verlangen naar de verte.
Metamorfose
Wie toch is blijven hangen aan deze stad
Verliest zich zelf toch
aan hoe het vroeger was
De geest van verloren tijden
de pijn van gemiste kansen
zoveel plekken die me niet aan staan
Daarom heeft deze stad uitleg nodig
je kunt het niet uitleggen aan iemand
die hier niet geboren is
Of het moet zo zijn dat
de moeder van deze stad is verdwenen
verhuisd naar een andere stad
en al jaren zitten wij
met een gescheiden vader
die aan de drank is en verward
Alsjeblieft moeder
verlicht deze stad
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
Weg
Een weg groeit onder wie zich verzetten
een weg groeit
de trommelende echo steeds dichterbij
dit is het dan
de bomen vallen stil
de bomen vallen stil
te neer geslagen, weggeslagen
dit is het dan
de weg komt steeds dichterbij
straks loop ik hier over asfalt
is mijn achtertuin verdwenen
en verlicht door de vooruitgang
dit is het dan
een laatste duinstrook verdwijnt
in de verte hoor ik nog een kerkklok
het leven gaat verder
goedemorgen goedendag
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
Wolkenfabriek
Vandaag zijn de stemmen van ijzer
hoor de roestige wind van metaal onzichtbaar
dat echoot als het rallentando over de duinen
in het schimmenspel van vuur en licht
de hittedans die boven het dal uit komt
het nachtelijke gevecht van de goden
in een kille surrealistische afwerkplek van metaal
Glijden de reusachtige wolken rook omhoog
het grijszwart gruis uit de schoorstenen
als een schip zonder ramen op weg naar de oceaan
de miljoenen stofjes windgedreven.
Het lekt over de randen van het duin
en likt het strand
het likt de huizen, de daken, de ramen,
als een nachtelijk tapijt.
De stem van ijzer klinkt door de nacht
als het barokke geluid van die Einsturzende Neubauten
wie goed luistert hoort de echo weerkaatsen
het walsen van ijzer in de nacht.
foto door stadsfotograaf : Carla Ellens
Zeebed
Hoor je ze de golven
de zeemuziek
een zee van witte lippen die spreken
met het heimwee van vergeten
De zee raakt mij aan
het water zoekt zich een weg
stroomt, kust, suist, likt, neemt, spat, streelt
Ik neem de zee in mijn armen
voel het water
perpetuum mobile eeuwige beweger
Zoals een rivier die stroomt naar de zee
stroomt en stroomt en stroomt
zo word ik op die eindeloze stroom voortgedreven
meegesleept, opgetild,
meegesleurd door de eeuwige deining
die mij verenigt als een stukje oceaan
Ik werd een golf,
een zuchtje wind, een droom, een reis
een hoeveelheid wereld, de rimpels in het zand
de branding, een spiegel voor de zon
Zomer is en zomer blijft
een verlangen dat nooit sterft
Stadsdichter Beverwijk 2007 – Anna Bongers
Lucebert * brenger van licht
zo onbedorven mooi
zo kinderlijk naïef
zo absurd als het leven zelf
weerspiegelt de zuil voor het RKZ
het niet zichtbare verdriet
als een boei in de nacht
verlicht het de heimweegezichten
die niet begrijpen
maar de kunst verstaan
opnieuw te beginnen
en te strijden tegen de kwelling
van onrecht en pijn
au bout de la terre
(naar het einde van de wereld)
tussen
verwaaide kleuren
verliefde dagen
roserood lavendelblauw
buigt ze het hoofd zonder vragen
trotseert de wind en stopt de kou
l’amour, ze weet hij wacht
aan het einde van de straat
voorbij tijd
dag en nacht
waar de werkelijkheid haar verlaat
en eiken verlangend dromen
over amandelen en olijf
la provence
oh geurende bomen
voel de warmte van haar lijf
langs
de akkers van de stad
op de adem van de wind
beziet ze het leven wat ze had
hoe de zomer haar bemint
met franse druiven
lauwe wijn
brandende handen
hadden ze je maar
het weerloos lichaam zonder zijn
zo dichtbij
en toch niet daar
over
de klinkers van de bankenlaan
in de stilte van het niets
lijkt haar leven voorbij te gaan
met de snelheid van haar fiets
pas als een zonnestraal speelt
door de spijlen van de wind
en het gras zich verbeeldt
hoe haar petit haar bemint
komt ze thuis
haar gedachten van ver
in de rust van de duinen
au bout de la terre
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
oude kweek
en toen de dagen voorbij waren
van zwoegen en vervelen
onbezonnen,
onherhaalbaar
in het gebouw dat storm en regen
en godvergeten duitsers heeft
doorstaan
kwam het groeien naar volwassenheid
zoals de toren zonder tijd uitkijkt naar
de hemel
in een driehoeksverhouding
met god en de vergankelijkheid
in de oude kweek
gebouw van kennis en monumentale kracht
met gangen die galmen en voetstappen
die zwerven
zonder besef dat gisteren nooit is begonnen
volgde ik het spoor
dat mijn moeders vader achter liet
struikelend in een verzadigd verleden
omringd door zoete woorden
die sijpelend uit de muren
de geur van opa’s trots verspreidden
de goede man draait zich om in zijn graf:
55 appartementen in zijn school van de toekomst
ach, verstoord evenwicht herstelt zich
ook in beverwijk
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
Westerhout
je lijkt
onveranderd en
onweerstaanbaar
groen alleen
je voetsporen
zijn anders rafeliger
dan toen in de vochtige vacht van
het zinloze mos dat stiekem kreunt
naar de kinderen
de hond, de moeder
en het zondagsfatsoen
want alles is
veranderd
ook de bomen
glinsterend in de regen
incasseren
groeien
en buigen
maar ze huilen niet
ik loop op de plek
waar ik wil blijven
hier ben ik
en herinner me niets
alleen de warmte
van een kleine hand
en in de verte
het oude huis
dat zeurt om aandacht
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
De Bree
met een leeg zwaar hoofd
zwerf ik over de Bree
ik geloof niet in de
schoonheid van een stad
maar als het bestaat
is het hier omdat al het andere
lelijker lijkt
de winkelruiten zijn als spiegels
en ik verlang er naar mezelf
te zien
en zoek
als naar een wapen zoek ik
een gezicht, een woord
een betekenisvolle lach
maar niets vult de leegte
ik vind mezelf bij de vijver
voor het station
in de rimpels van het water
breken mijn kolkende gedachten
als heldere druppels op het gras
in deze buurt werd mijn
geschiedenis geschreven
hier heb ik jou gemist
toen je bij me was
foto door stadsfotograaf : Peter Hageman
Kerst op ’t plein
Je begrijpt het niet, zeg je,
ontroering op het plein
in de schaduw van stenen blokken,
de heilige en stille nacht voorbij want
honderden lichtjes wiegen
en in de kribbe een nieuw gezicht
Alsof dat niet samen kan
nieuw
en
oud.
Je moet er eens gaan kijken,
hoe de warme geur
van vurig hout,
van mirre en verwinterde wijn,
wijze mannen lokt
en niet te beroerd zijn
om te geven.
Het mompelen van de toren
als een onbekend verlangen
dat haar hoofd steekt in de mist,
ijle flarden van herkenning in mijn adem
vallen langzaam uiteen
en lossen op
Ik kan het verdragen
als jij het niet begrijpt.
Stadsdichter Beverwijk 2006 – Frits Smid
NZK
Dwars op mijn weg
Strekt een andere reis zich uit
Van Amsterdam naar Elders
Roest kleurt er de lucht
Schroefgeruis vult het water
Dat klotst tegen het land
Mijn geest haakt in een vlucht
Aan een scheepsanker, denkt over later
Dan botst de pont op de kant
De weg naar Wijk aan zee
Niemandsland met viaducten
Het fietspad golft
Het kronkelt noord
En strekt zich zuid
Gedachten dwalen
Trein met staalproducten
Tussen hekken bos beleven
De stilte heerst
Zelfs staal verstomt
Tot kettingruis
En fietspedalen
Tussenwijk traint hondeleven
Droom jezelf naar Wijk aan Zee
Hier tussen toen en later
Is later altijd leuk
Aan elk eind dezer weg
Is altijd wat te halen
Meerplein
Spaarzaam valt schaduw op autodaken
Het jaar vult zich met saai
En een weekje lawaai
Als kermisgangers braken
Met verwarring ben je bestraten
De parkeerwacht regeert
Waar je niets ambieert
Tot aankomst lijkt op verlaten
Dróóm toch Meerplein…
Van vroeger of later
Niet van kermis of kater
Maar van wat je wilt zijn
Sleets na vijftig droge jaren
Onbekommerd navelstaren
Ook in herinnering
Er is ooit een toekomst beloofd
Toen het havenlicht werd gedoofd
Zonder verwondering
Westerlaan in 4 seizoenen
Een stille koker
Sluipverkeerd
Baksteenverweerd
Bladbedektwegdek
Éénrichtingsdrift
Onevenheid
Onenigheid
Winterwitkoudhout
Wolkenluchtige
Zonnestraal
Spreekt dakpantaal
Beknopte bomen verdichten zich
Trage dagen
Trage uren
Warme muren
Avondrood uit een potje
Op mijn balkon
Bazar
Sticht een handelsanarchie!
En zie:
Alles nieuw
Alles oud
Ramsjantiek in felle kleuren
Kruidengeuren
Tweedehands
Onderhands
Bijt dan, hondje Batterij!
Draai om mij!
Demonstreer
Je tekeer!
Stereotorenhistorie
Brult de glorie
Van talentloos
Talent
Een langgezochte schat…
Openbaart zich
Aan je hart….
Hoeveel?
Sjonnies in leer en Tilburgse Turken
Prijzen hun jurken
Aan nepblond
Voorbijgepumpt
Onder kindergekrijs
Om ijs
Twaalf maal alles maal twaalf maal alles
En alles wijkt
In het weekend
Voor de Bazar
O.L. Vrouwe van Goede Raad
Ben je
De laatste vesting
Van de Galgenweg?
Je muren
Spreken van kracht
Van vervlogen geloof
Je uren
Tikken weg
Op de zadeldaktoren
Je banken
Te leeg
Om de preek nog te horen
Ken je
Die kleine jongen nog?
In die communiekleren?
Hij wou niets van je leren….
Hij wil alleen maar weten
Of een noodlot is te keren…
Stadsdichter Beverwijk 2005 – Sipke Fluitman
Apekooien op het President Kennedyplein
( deel 3:Apevlooien)
De maki
vlooit de mandril
vlooi de chimpansee
vlooi de maki
als hij dat wil
en de oetangs
doen niet
meer
mee.
Die wilden
na het apenkooien
niet de chimpasee,
maar liever
de gorilla’s vlooien
en niemand anders
wilde met
de gorilla
in zee.
Nu vlooit
de maki
de mandril
en die vlooit
de chimpansee
Daar (Urinoir)
Waar de aardappel aan land geraakt
En de hoogoven zijn wolken braakt.
Waar de politiek zijn plicht verzaakt
En de stadsdichter zijn grappen maakt.
Waar de laatste treinen als eerste stoppen
En Ajacieden knuppels koppen.
Waar Oegandezen zich verstoppen
Om in Pingeland hun bom te droppen.
Waar de oranjebuurt al is gesloopt
En Koster op zijn Randweg hoopt.
Waar de burger op de Bazaar rondloopt
En er zijn gestolen waar terugkoopt.
Waar we replica theehuizen vereren
En sloffen uit theaters weren.
Waar we de hufters een woning aansmeren
Waarin ze misschien wel het wonen aanleren.
Waar de schoffelaar zijn stad bekijkt
En met het verleden vergelijkt
Lacht hij tevreden als weer blijkt
Dat iedereen hier
Nog altijd
Zeikt.
Sidney
plannen voor plannen voor plekken
voor straten en fietsenrekken
de muziekschool verhuist
van westerhout naar kerk
geduwd tussen bieb en theater
een passerelle
voor over het spoor
en voor eronderdoor
een tunnel met stinkend water
plannen voor plannen voor pleinen
voor gebouwen en fonteinen
want die stationsvijver
die blijft er
hoop ik
toch?
en dat gemeentehuis
(die gouden ring)
komt die er
eigenlijk
nog?
plannen voor plannen voor pleinen
we wachten en wachten
en verwachten niet zo veel
niet te veel
nee niet te veel
maar waar blijft nu die monorail?
Breed Beverwijk
Soms is het hier net
Holland op zijn smalst
Er kan hier niets
We willen niets
Er gebeurt
hier
niets
(waar haal ik straks nog mijn feestweekse bier?)
Maar als Abraham zich eens flink kwaad maakt
en de Wijker in zijn hart raakt
met jong en artistiek toneel
En als de Wijk aan Zeeër weer zijn lied zingt
en Beverwijk straks uit de Kunst springt
gebeurt er opeens heel veel
Breed Beverwijk
Gat
zo zwart als de nacht
zo onweerstaanbaar
een onweerstaanbare
aantrekkingskracht
zo zwart als de nacht
zo onontkoombaar
zo machtig en alle
massa verslindend
zwart zuigt het zelfs
het licht in zich op
het heeft zo al massa’s opgenomen
zo zwart als de nacht
zo onweerstaanbaar
een onweerstaanbare
aantrekkingskracht
zie daar nog maar eens uit te komen
Worteltjes
met mijn ouders op fietsvakantie
aten wij in zeeland
worteltjes uit Beverwijk
ik heb twee ouders
en twee broertjes
en we fietsten vroeger vaker samen
in een rondje
dus weer terug
naar waar de worteltjes vandaan kwamen
mijn vader werd er geboren
en gaat er waarschijnlijk dood
en mijn moeder had er een moestuin
met boontjes en rabarber
worteltjes had ze er niet
maar de aardbeitjes werden er groot
Stadsdichter Beverwijk 2004 – Pauline Mantz
1e gedicht
Oranje
neergehaald
vorst aan de grond
Beatrixstraat
Een ingeburgerd begrip
raakt zijn status kwijt
en wordt gebombardeerd
tot nieuwbouwwijk
Met prachtige
nieuwe Oranje-namen
zoals Amalialaan
Mabel-wist-van-nixstraat
en de E.R. van Z-hangjongerenplek
Beatrix, hofleverancier
van familieschandalen
schenkt Beverwijk
al haar familienamen
Een hoffelijk gebaar
de Oranjebuurt
kan opgelucht ademhalen
voltooid verleden tijd
Een kleurrijke nieuwbouwwijk
hartje centrum
te Beverwijk
Akerendam
Zomaar
een zondagmiddag
het clair-obscur
tintelt tijdloos
door de aloude bomen
Akerendam
alleen toegankelijk voor vogels
een beeldhouwer daargelaten
een klein stukje hemel
op aarde
Alwaar
de hekken open breken
en vreemde eenden
de passie preken
en nu niet alleen
voor welgestelde oude vrijsters
Dit is een beeldenstorm
en elke Wijker is welkom
om even te ruiken
aan dit stukje paradijs
dat Beverwijk rijk is
Akerendam
Sonnevanck
Openbaar lokaal
voor muzikanten,
kunstenaars,
denkers, doeners
en Kisjes
Een grand piano
voor jong en oud
de daghap voor
miljonairs met natte honden
en andere armoedzaaiers
Geen spiegelwand
geen tafelkleed
geen schoon toilet
geen ster
aan het firmament
Door eigen charme
ten onder gegaan
als een vallende ster
bij heldere hemel
de huiskamer van Wijk aan Zee
De zee geeft
de zee neemt
Sonnevanck
Theo W te B
Beverwijk
buitengewoon
in nuchterheid
onze burg is zichzelf niet meester
hij wil een groter ambtsketen
Aardbeiengrond
verruilen voor beter
Theo W is bang
voor een te kort aan stemmen
niet schizofreen, hij wil carrière
Sollicitatieprocedure
geheimhoudingsplicht
vertrouwenscommissie
informatielek
Westland of Delft
De paden op
de lanen in
Deelder wees op je hoede
voor je het weet
duikt Theo W het nachtleven in
en dat alles
door een wetswijziging
Theo W, wat maak je me nou
we beginnen net
aan je te wennen
(Uit het hart) Wij hebben alles
Dockside
Koek, JP en Bison
Jansen en Van der Schoor
Scheijwijck
de Bree
en een diner aan zee
een binnenduinrand
en een Westerhout
dat blijft
een lokale
radiozender
Beverwijk
mister Raetz
poortwachter over ons
cultureel- en literairerfgoed
met zoveel karakter
komt het uiterlijk
op de tweede plaats
de schoonheid van Beverwijk
kan je niet zien
die moet je voelen
Onder de Wijkertoren
Betoverend
haar ingetogen blik
Camille Claudel
een poster zwart wit
tijd zegt mij niets
Een stille liefde
bijna poëtisch
de boerderij van Vessies
een explosie
van cultureel geweld
Boerderij is café geworden
gedreven door een wijf
met een drive van hier tot Tokio
die Beverwijk steeds weer
weet te ontroeren
Melkkoeien loeien sluitingstijd
het getapte wijf
lacht haar schorre lach
en schreeuwt hoogste tijd
allemaal opgerot
Onder de Wijkertoren
tijd zegt mij niets
de boerderij, Camille
er moet gedronken worden
Stadsdichter Beverwijk 2002 – Janet Kleiberg
Beverwijk (bij nacht)
`t is een haat-liefde met deze stad
een hopeloos provinciegat
en nooit gebeurt er hier es wat.
Het asfalt glimmert in de regen
en natuurlijk weer wind tegen
de meeste kroegen zijn al dicht
alleen in etalages is nog licht.
En het enige wat menselijk lijkt
zijn de starre naakte koppen
van de etalagepoppen.
Maar als een warme zomernacht
zich vouwt om dit provinciegat
is het voor mij een wereldstad.
Uit alle kroegen stroomt geluid
rumoer en licht gaan ons vooruit
het leven tintelt in m´n bloed
ik voel mij rustig en ook goed.
En met mijn handen in de jouwe
Samen door de nacht op pad;
`t is een haat-liefde met deze stad.
Wie durft te schrijven over Beverwijk?
Schrijven alleen verliefden en mistroostigen nog gedichten? In ieder geval kleeft er aan poëzie een geur van romantiek en weemoed. Actualiteit speelt, in tegenstelling tot vroeger, geen rol.
Hoewel. Sinds de aanstelling van Gerrit Komrij als Dichter des Vaderlands kan het weer: een belangrijke gebeurtenis door middel van een gedicht (een lofzang of hekeldicht) in welgekozen woorden vastleggen.
Om Beverwijk vast te leggen wordt ieder jaar in november een oproep gedaan aan regionale dichters om met een of meerdere ingezonden gedichten mee te dingen naar de titel ‘Stadsdichter van Beverwijk’. De winnaar moet in staat zijn om in een jaar tijd zes gedichten te schrijven over Beverwijk en voor de Beverwijkers.
De gedichten worden gepubliceerd in de plaatselijke pers, gedrukt op ansichtkaarten en posters die in vergulde lijsten in de openbare gebouwen worden opgehangen.