Op het randje
Soms merk je hem reeds op
Aan trage stromen auto’s
Onzeker zoekend naar een nieuwe weg
Stil groeit hij
Vreet bomen en dieren
Sluipt onopvallend langs de Lunetten
Die van geen vijand meer weten
Want de slag is reeds verloren
Nu alle discussies zijn verteerd
Nu alle protestborden zijn verweerd
Nu alle stemmen zijn verstomd
Hij komt
Hij komt
Hij komt
In een asfaltwolk danst de wals verder
Stationsvijver
Evolutie is een feit
of
Hoe uit de genen van het wijkermeer
Het water zich vormt
Tot een vijver
Gedwongen door het roofdier trein
Wordt het de habitat
Voor kinderhandjes, eendjes voerend
Tot de kindjes evolueren
in lege zielen
Die even lege bierblikken
Tussen de dode karpers mikken
Aanstaande Coelacanthen
Die zullen vertellen
Van vervlogen tijden
Als het water de broedplaats is geworden
Van ambtenaren
Wier gevel zich zal spiegelen
Op het oppervlak
Waarvan deze woorden
Reeds het fossiel zijn