De Broek’ trekt aan
Een polder gaat in bouwplannen verloren?
het frisse groen is stoffig grijs en grauw
de bulten klei langs nieuwe sloten ogen blauw
maar ondanks… kan de bouwstijl de kritieken smoren
in de polder wordt uit prut een stad geboren
een ‘bever’ wijk bloemt uit in vocht en stof
de burchten oogsten met hun schaduwlijnen lof
in plassen spiegelt leeg een uitkijktoren
een vliegtuig drijft boven de treinen van half acht
tot aan de tunnels wordt geen oponthoud verwacht
maar Beverwijk zit met verkeersstromen verlegen
de polder voegt zich in van acht tot negen
noodgedwongen worden uren elders doorgebracht
tot aan het late spitsuur… men wordt weer thuis verwacht.
Terreinverkenning
Ik schets een pad en teken scherpe lijnen
het penseel laat ik tot punt verdwijnen
sleep daarmee van wijk naar wijk
langs feestgeklede centra van de stad
stel overal mijn vragen
richt mijn vensters
wil een handvat
want Beverwijk
ik wil je dragen
maar verdraaid wat ben je zwaar
je ruikt naar…
Corus
matig groen
gebakken lucht
noordwestenwind in frisse doen
ruikt naar de zee
je bent exotisch
zelfs eigen
chaos dicht ik
aan de punt van het penseel
waarmee ik jou in beeld wil krijgen
Verstoord beeld
De baken in het silhouet
hoe hij in beeld kwam
hoe hij eruit verdween
een eerste steen werd gelegd
er werden woorden gezegd
aan de voet van de flat
betonnen doos vol vakjes
met elk een eigen geur
boven de sleur van alledag
hoe hij daar werd geboren
nu flets verloren staat
zo onbereikbaar grijs
er valt een bekende
na veertig jaar gedogen
geprezen om zijn sloop
de torenflat
Warandeflat
Humanitas met lege ogen
Overbos
Had er een bos verwacht
een twééde ‘wijkerhout’
een schelpenpad
langs vrolijk kabbelend water
trage stroom
met drijvend blad in pirouette
een kikker op de kant
sloom in de zon
ontmoette er een kater
‘Walvis’ op de kant
kunstgras in ondiepe bakken
terwijl de aanplant
nauwelijks hoog
als takken in de grond
een berkenbosje
eik en els doorzichtig in gelid
shit bedenk ik
oude koemest is vergeten
men was net zo zuinig
als de grond te schraal is
over bos durf ik te zwijgen
maar trap vervolgens in de stront
Oase
Voorbij de dampende bedrijvigheid van Staalstad
fluisteren witte gevels stil een groet
wanneer je heetgebakerd dimmen moet
zo fluisteren zij
gewoon wat af wilt koelen
de zee is heel dichtbij
hier waait de wind en zilt en fris
schoont het verstofte denken
zelfs schakers schonen hier hun geest
wanneer de strijd fel is geweest
de punten zijn verdeeld
voorbij de dampende bedrijvigheid van Staalstad
ligt een dorp zich te verbazen
rondom zijn groene oog
wijd open als altijd
geen flauwekul
geen ‘dijk aan zee’
maar Wijk aan Zee
als een oase!
Sint Agatha
Bezocht uit schuldgevoel en sleur
stelde ze lange tijd teleur
aangeslagen was ze
grauw
veel was kapot
de kerk mocht plat
men wilde slopen
en de grond…
wat wil je
graaiers zat
er liepen mannen om haar heen
veel oud verviel veel moois verscheen
een helder dek geen
Deken neen
en ook geen sloop dat plan ging heen
de klus is klaar ze heeft weer pit
de opknapbeurt behoort tot het verleden
dus wordt er tot Sint Agatha gebeden
die flink gebeiteld zit
onlangs nog slof
bekent ze jeugd
herkenbaar in het motief
haar koppie oogt van verre lief
ze toont zich sterk en vief
een prachtwijf in dit perspectief
Beverwijk is uit en open
Alsof er een stadshart…
er is er één
zichtbaar van verre
een priemende vinger omhoog
waar Wijkers zich uiten
ze kramen het uit
en plein public
en laten zich zien
onder een grauwsluier uit…
vol in de zon
ze laten zich zien met verschillend geluid
boeken en beelden
graag
dans en muziek
Beverwijk je bent uit
maar…
wereldwijd weinig
weinig steekwoorden die jou laten zien
kom Beverwijk
toon de ziel
in jouw betrekkelijk lijf
heb het hart eens
durf Kunst en Cultuur
met een groot Hart
over de aardbol verspreiden
heb het hart eens
ontsluit je blinden
dan dicht ik je open