Janneke Methorst is uitgeroepen tot Stadsdichter 2018.
Oh de Breestraat
Waar ik mijn hakken in het zand zet,
niet om weerzin of weerstand,
maar omdat mijn schoenen van de rijplaten gleden,
terwijl ik uitweek voor een fietser,
voetganger, booster, kinderwagen.
Omdat ik van huis naar de Beverhof wilde
of andersom.
Waar een tijdlang elke onschuldige,
kortdurende, flirt met een willekeurige bouwvakker
een langslepende relatie werd, omdat ik toch nog
van het Kruidvat naar de Intertoys moest.
En daarna eigenlijk nog naar de Hennes en de Etos,
me langs hekken wurmend
zonder doorgang.
Heen en weer en heen, weer weer.
Licht ongemakkelijk oogcontact ontwijkend,
om zodoende wederom een rijplaat wel te missen.
Het is de Breestraat die als puber,
met een niet te missen snor,
die zonder opzet groeit
tussen neus en lippen door,
probeert de aandacht te trekken
van het meisje met die iets te korte rok
Het is nog niets,
nog niet klaar,
werk in uitvoering.
Zelfs als je niet houdt van een snor
kun je leren houden van een baard
Bedenk je dat de liefde van je leven
misschien die korte rokken niet meer draagt,
maar wel steeds mooier wordt.
Alle dichters zonden drie gedichten in,
waarvan één over de nieuwe Breestraat.
Tekening: Wies Tesselaar