Janet Kleiberg

Het woordje “ik “stroomt van haar lippen

 

Haar blik wil niets met mij beginnen

haar ogen richten zich naar binnen

daar trekt ze woorden uit een bodemloze put

Het woordje “ik ”stroomt van haar lippen

Haar kaarten worden eindeloos geschud

 

Ik zie mij langzaamaan verworden tot twee oren

twee reuzen-oren die zij volstort met haar “ik”

 

Pas als de trein stopt en ik uit moet stappen

weet ze op de valreep er nog uit te flappen

dat het zo leuk was mij weer eens te spreken

En haar ”hoe is het nu met jou” vang ik, net buiten

op het moment dat de deuren van de trein

zich sissend sluiten.

 

Haar blik wil niets met mij beginnen

haar ogen richten zich naar binnen

daar trekt ze woorden uit een bodemloze put

Het woordje ‘ik” ‘stroomt van haar lippen

Haar kaarten worden eindeloos geschud

 

Janet Kleiberg

janetkleiberg