Was ik maar een weerman
Was ik maar een weerman
Dan praatte ik over de zon
Die als een druppel op het raam
Door de kamer glijden kon
Ik zou vertellen over buiten
Vroege schemer, koude mist
Er was niks in lucht of wolken
Waar ik niet iets over wist
Ik zou je zeggen: kleed je warm
Met in je tas een paraplu
Maar ik ben geen meteoroloog
En daarom zeg ik je nu
Zie wat mooi in onze kamer
Voel de zon eens prachtig glijden
Kijk hoe ze al dagen warmt
Om ons huisje in te leiden
Zie wat mooi ons nieuwe plekje
Kijk hoe vroeg het donker is
Merk de zachte mist over de lampjes
Het verdwenen zonlicht geen gemis
Voel hoe deze mist het koud maakt
Niet de wind of temperatuur
Maar de kleine druppels zweefdamp
Dat maakt het fris, maar niet onguur
Ach was ik maar een weerman
Dan wist ik hoe het komen zou
waarom je me warm kan laten voelen
als we fietsen door de kou
waarom je mijn huid laat kippenvellen
als de kachel staat te gloeien
waarom je bij de eerste vorst
toch nog iets in me laat bloeien
Ik wou dat ik weerkundig was
Omdat ik dan vertellen zou
Waarom het weer en deze kamer
Maken dat ik nog meer van je hou
Fransje Boot