Isa van Klaveren is Stadsdichter 2019 !

In een bomvol café Camille is 13 december de 24-jarige
Isa van Klaveren gekozen tot stadsdichter  van het jaar 2019
van de gemeente Beverwijk .

Liefst achttien dichters, variërend in de leeftijd van zeventien
tot tachtig, namen deel aan de wedstrijd.
De achttien voordrachten werden aangekleed door geprojecteerde illustraties van de hand van Wies Tesselaar.
Het was de zeventiende keer sinds 2002 dat Beverwijk
een stadsdichter benoemde. Oude vertrouwde maar ook
talloze nieuwe gezichten leverden hun gedichten in,
die eerder door een vakkundige jury waren gelezen
en beoordeeld.

De uitverkiezing  van Isa van Klaveren verliep niet zonder
slag of stoot. Tot op het allerlaatste moment speelden
nog twee dichters mee voor de titel, maar de voordracht
en de toegankelijkheid van de gedichten gaven uiteindelijk
bij het grootste deel van de jury de doorslag .
Hoewel de uitslag dus niet unaniem was, kon iedereen zich
uiteindelijk vinden in  de uitverkiezing van Isa van Klaveren.

De bekendmaking door wethouder Brigitte van de Berg
werd dan ook met luid gejuich ontvangen.

Drie gedichten van Isa:

Waar ik nu woon
Aan het einde van de middag
Als de zon allang over mijn balkon
Is gegleden
Geven de dakpannen aan de overkant licht
De bovenkant van de kerk in lichterlaaie
De lucht knalblauw
De bomen zo groen als maar kan
Maar dan
Hoor ik het krijsen van de kerkklok
Dertien slagen op het half
En ik wil mijn raam opengooien
Om verontwaardigd te gillen:
‘Als je het doet, doe het dan goed!’
Maar mijn raam blijft dicht
En ik blijf waar ik zit
Mijn stukje Beverwijk glundert
In het namiddaglicht

M’n Eigen
Hoewel ik gecharmeerd ben van
Grote pleinen en knusse straatjes
Hou ik zoveel meer van
Kapotte kerken met scheve ramen
Vooral als onze vriend aan de duinen
Weer eens collectief stof doet opwaaien
Nog meer als ik stiekem moet huilen
Van de kerk in lichterlaaie
(In het middaguur, om een uur of vijf
Als de zon weer zachtjes mijn straat uitglijdt)

Hoewel ik gek ben op verdwaalde grachten
De beek is wat ik blijf volgen
Onverstoord stap ik door m’n stad, zo prachtig
Mijn neus richting de golven
En als ik dan uitgewandeld ben
En flink naar bier behoeftig
Loop ik snel voorbij terras
Kies ik toch voor knusse kroeg

En hoewel ik hier over een aantal jaar
Misschien niet eens meer zal verblijven:
Ik ben geïntrigeerd door de ander
Maar verknocht aan m’n eigen

Oma
Hee oma, moet je horen
Telkens als ik naar je foto kijk
zie ik je zittend in de achtertuin
sigaretjes roken in een tuinstoel
van wit plastic

Ik zie je struinen door het
knalgroene gras in je zonovergoten
voortuin op de Munnikenweide
Ik zie je zwaaien in zwart wit
vanuit je hoekhuis op de Raep

Jouw straten zijn hun glans verloren
sinds je uit Beverwijk bent vertrokken
of eerder, bent weg geplukt
Sinds je weg bent hebben ze de Bree
op de schop gedaan en ik kan je vertellen
dat de markt niet meer is wat het ooit was

De auto’s rijden de andere kant op
en het Stationsplein staat vol in de lak
zelfs de Groenelaan is van haar groen ontdaan!
Het is hier nog steeds lelijk hoor, oma
dus je kan met diezelfde tevreden glimlach
naar me blijven staren vanuit je goudgekleurde lijst

Er is veel veranderd
maar het is vooral anders zonder jou

Isa van Klaveren
Stadsdichter Beverwijk 2019